De gemeente heeft in 2012 in een structuurschets aangegeven hoe dat bestemmingsplan er dan in grote lijnen uit zal komen te zien.
Als er een
beroep op mij als portefeuillehouder Ruimtelijke Ordening wordt gedaan, sta ik
de plaatselijke LTO Noord afdeling graag bij. De ervaring die ik in de loop in
de tijd heb opgedaan, komt dan goed van pas. Dit keer was er wel erg veel werk
aan de winkel.
De gemeenteraad had besloten dat het plan conserverend moest zijn. Dat wil
zeggen, de rechten die in het verleden vastgelegd waren, mag je houden. Maar
wil je een groter bouwblok, dan krijg je dat niet zomaar. Wel zijn er ‘maatwerk’-gesprekken
gevoerd met ondernemers die kunnen aantonen dat ze binnen twee jaar hun
bouwblok willen vergroten ten behoeve van hun bedrijfsvoering. Die worden dan
meegenomen in het nieuwe bestemmingsplan.
En de kosten zijn dan lager als het meteen in het plan wordt verwerkt.
Net als bij
andere bestemmingsplannen is er een wijzigingsbevoegdheid voor bedrijven die in
de verdere toekomst willen uitbreiden, maar dan is er een procedure aan gekoppeld die meer onderzoek en
hogere kosten met zich meebrengt.
De LTO Noord
onderafdeling Koggenland heeft samen met Marleen Lenssinck, beleidsadviseur van
LTO Noord-kantoor Haarlem en ondergetekende een flink aantal zienswijzen van verschillende aard
ingebracht. Die wilden we eventueel mondeling toelichten. Daar had de gemeente
in eerste instantie geen aandacht aan geschonken. Maar na opmerkingen in de Commissie
Grondgebied is dat afgelopen week wel gebeurd.
Het was voor
beide partijen verhelderend, want we misten innovatieve zaken die in onze Landbouwvisie
staan, zoals
- meerlagenteelt in kassen
- vollegrondsgroenteteelt op water
- geen vergunning voor sleufloos draineren.
Wij kregen
ook uitleg over het hoe en waarom de wensen van de raad zijn verwoord.
Met wat
huiswerk voor een ieder maar met een beter gevoel dan vóór de vergadering van
de Commissie Grondgebied op 28 januari zijn
we huiswaarts gegaan.
De komende
tijd ligt het ontwerp bestemmingsplan ter inzage en kunnen we kijken of onze
inbreng tot wijzigingen leidt.
Arie
Schouten