woensdag 23 maart 2016

Brand is erger!

Dinsdag 10 maart omstreeks het middaguur, brak er brand uit in een bedrijfsverzamelgebouw in Nibbixwoud op een afstand van een paar honderd meter van onze boerderij.
Deze schuren waren van een voormalig bloembollen- en preparatiebedrijf. Nu waren deze schuren verhuurd aan verschillenden bedrijfjes en dienden o.a.  als opslag voor meubels en matrassen.
In het achterste gedeelte was een openhaardhouthandel gevestigd en daar ontstond de brand.
Aangewakkerd door een stevige wind was er geen houden aan voor de brandweer, die met groot materieel was uitgerukt en assistentie kreeg van korpsen uit de buurt.
Er werd groot alarm geslagen en de sirenes in de omgeving gingen af: ramen en deuren dicht houden en zoveel mogelijk binnen blijven.
Ik dacht meteen aan de rieten daken van nabije stolpen, maar ik hoopte dat door de overvloedige regenval in de afgelopen tijd  de daken niet direct last zouden hebben.

Foto: Medemblik Actueel/Theo Annes
Door de hitte gingen de donkere rookwolken hoog de lucht in.  Zwarte papiersnippers (zo leek het) dwarrelden neer in de wijde omgeving. Ook bij ons op het erf en op het land. Geen paniek, maakte ik mezelf wijs. Dat veranderde toen ik een telefoontje kreeg van de Veiligheidsregio.
In de lijst van contactpersonen sta ik vermeld als vertegenwoordiger van LTO Noord als er door brand of andere dreiging, agrarische bedrijven met dieren of gewassen gevaar zouden kunnen lopen door verontreiniging van het water of lucht. Ik had me daarvoor destijds aangemeld omdat ik jaren lid ben geweest bij de vrijwillige brandweer. De papiersnippers, waar ik het over had, waren restanten van het isolatiemateriaal en van de coating van de dakplaten en wanden. Van asbest was gelukkig geen sprake.

Wat nu te doen. Ik belde eerst naar het LTO Noord-kantoor in Haarlem: zoek contact met de RUD, de Regionale Uitvoeringsdienst, om te informeren naar de gevaren voor de volksgezondheid en voor de dieren. We communiceerden naar onze achterban om contact op te nemen met je eigen verzekering om eventuele schade te melden. Als het zichtbaar is, maak een foto of videofilm. En laat een taxatie maken van mogelijke schade op je grasland of van de vollegrondgroentegewassen. En als er vragen of twijfels waren, konden ze me bellen.

Al gauw werd ik benaderd door mensen van de pers: de krant, de regionale radio en RTV Noord-Holland. Dat was een prima manier om nog wat informatie te verschaffen. Zelf maakte ik een rondje over bedrijf en landerijen en het viel tegen hoeveel troep er was neergedaald. Maar het meeste heb ik kunnen opruimen.

Ik heb een paar telefoontjes gehad van LTO Noord-leden die kilometers verderop wonen, die melding maakten van brandresten op hun land. Ik heb ze naar de LTO Noord-site en Facebook verwezen. Zo kwam ik er ook nog eens achter dat de sociale media heel handig kan zijn. Hulde aan onze ‘webmiss’ van LTO Noord.
Later kreeg ik het bericht dat ten eerste de brand meester was, maar dat ook door de gemeente een brief was rondgestuurd naar de inwoners om o.a. op het gevaar te wijzen van verontreinigde groente. Toen de rookdampen waren opgetrokken, werden stoepen en straten schoongeveegd of werden roetdeeltjes opgezogen door speciale machines. Van de schuren was niet veel meer over dan verwrongen staal en de betonnen ondergrond. Voor de ondernemers is het natuurlijk een drama.

Voor mijzelf was het een bijzondere ervaring, die ik niet meer hoef mee te maken. Want het gezegde “brand is erger” ging hier helemaal op.


 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten